Sleutelen in de begindagen van de wegrace
Op zaterdag 11 juli 1925 ging de eerste TT van Assen met 27 coureurs van start. Voor die coureurs is er altijd genoeg aandacht geweest, maar voor de monteurs was dat minder. Tijd om de mensen achter de TT-rijders in het zonnetje te zetten.
Het vak van chef-monteur is in de loop der jaren veranderd van iemand die zijn handen vies maakt in dat van een sportpsycholoog die dol is op mazen in netten en zijn laptop. Het rennerskwartier evolueerde mee. Van een stoffig – of juist modderig – grasveld tot een asfaltstrip waarbij de grootste teams – naast immense hospitality-units en opleggers – prachtige pitboxen tot hun beschikking hebben. Waar goede wifi net zo vanzelfsprekend is als Michelin-ster-waardige catering. Hoe anders was dat vroeger. We gaan terug naar de begindagen van het wegracen, naar de tijd van het pionieren. De tijden van houten schepen en ijzeren mannen. Naar de periode dat de pechduivel een grotere vijand was dan alle andere renners op het startveld bij elkaar. Daarom een ode aan alle mannen in overalls die op de Drentse hei die vervloekte pechduivel met hun twee rechterhanden probeerden uit te drijven.
Aan de hand van foto’s uit verschillende jaartallen blikken we terug op deze begindagen van het wegracen. De hele reportage lees je in Het Motorrijwiel 185. Nog geen abonnee? Klik dan hier.