Op bezoek bij Harry Vaesen, de man met de gouden handen

In het oldtimerwereldje belijdt iedere liefhebber zijn passie naar eigen inzicht en middelen. De één rijdt graag clubritjes, de ander sleutelt graag aan klassiekers. Sommigen gaan nóg een stap verder en maken zelf onderdelen die niet meer te krijgen zijn. Zo ook Harry Vaesen, een man met gouden handen, gezond verstand en een rijk motorverleden.

Alhoewel toeval volgens sommigen niet bestaat, was dat toch de aanleiding tot zijn Ariel-periode, zoals Harrie Vaesen het zelf noemt. Na vijftien jaar succesvol te hebben geracet met een 850cc-Weslake racezijspan schafte de man uit het Belgische Hamont een Ariel-zijklepper aan om te restaureren. Zo kwam hij in contact met de ‘mannen van Peer’, een groepje Ariel-zielsverwanten uit het naburige Peer. “Die Ariel-aanhangers hadden zelfs een voormalige kopklep-grasbaanracer in Engeland gekocht die als wegracer dienst moest gaan doen”, licht Vaesen in zijn sappige Limburgse dialect toe. “De omschakeling van methanol naar super 98- benzine wurgde alleen het blok, zodat de mannen mij al snel om bijstand vroegen. Niet lang nadat de machine met behulp van een zuiger van een Yamaha XT500 was gerepareerd, bekoelde de geestdrift bij de mannen van Peer om verder te gaan met classic-racen snel na een forse tuimeling van hun onverdroten leider. Daarna kon ik de motor lenen en klaarmaken voor het serieuze werk.”

Wat Vaesen later nog deed en hoe hij zijn klassieke motoren weer aan het lopen krijgt, lees je in de uitgebreide reportage in Het Motorrijwiel 185. Geen abonnee, maar wel elke twee maand een nieuwe editie op de deurmat ontvangen? Klik dan hier.