Motorrijwiel

Het verhaal van de Norton Manx

Bijna iedere classic-liefhebber kent ‘m wel, de Manx van Norton. Het Britse merk haalt met de Manx onophoudelijke successen van 1930 tot eind jaren vijftig, zonder dat de grote eencilinder echt ingrijpende wijzigingen ondergaat.

Voor het verhaal achter de Manx gaan we ver terug in de tijd, naar 1898 om precies te zijn. De Engelsman James Lansdowne Norton richt dat jaar de Norton Manufacturing Company op. Hij gelooft in het nut van competitie en zijn gamma bevat lichte en zwaardere motor fietsen. Een 726cc-model uitgerust met een 726cc- Peugeot-V-twin-inbouwmotor behoort absoluut tot die laatste categorie. De eerste wedstrijd van belang vindt plaats in 1907 op de Isle of Man, aangezien racen op openbare wegen in die tijd verboden is in Engeland. Op zo’n tweecilinder Norton wint privérijder Rem Fowler gelijk zijn klasse. Dat overtuigt Norton om een eigen 500cc zijklep-eencilinder te maken die voldoet aan het nieuwe reglement, waarbij de cilinderinhoud het aantal cilinders vervangt. In 1908 verschijnt Nortons eerste eigen zijklepper van 475cc. Twee jaar later vergroot de fabriek die tot 490cc door een boring en slag van 79,0 x 100 millimeter toe te passen. Uitgerust met een driebak en kettingtransmissie vormt deze machine in 1922 de basis voor sportieve zijklepmodellen als de Brooklands Special, die wordt verkocht met een 75 mph-snelheidscertificaat.

Zo worden de eerste stappen naar de Manx gezet, maar hoe ging het vanaf daar uiteindelijk verder? Je leest het in het eerste deel van de reportage over de Manx 350 en 500, in Het Motorrijwiel 188. Nog geen abonnee, maar wel interesse? Klik dan hier.

Mobiele versie afsluiten