Motorrijwiel

Reportage: Where is Anna-rondrit

Nu het leven voorzichtig aan zijn normale gang weer gaat, komen de oldtimerritten ook weer een beetje op stoom. We waren bij de Where is Anna-rondrit, die langs diverse Belgische slagvelden en bezienswaardigheden van de Eerste Wereldoorlog leidt. | Tekst en foto’s: Onno ‘Berserk’ Wieringa – www.madnessphotography.nl |

Lange stoet oldtimers
We vertrekken met een honderdtal deelnemers vanuit De Coude Scheure, waarna we bij de Dodengang de enorme loopgraafcomplexen langs de rivier de IJzer zien. In gedachten neem je het in je op. Je ziet de verlaten stellingen en kunt je nauwelijks voorstellen wat een verschrikkingen er hier hebben plaatsgevonden. We vervolgen de 85 kilometer lange rit, waarna de lange stoet rochelende, walmende en gezellig pruttelende oude motoren even later aankomt bij kasteel Sint-Flora.

Daar treffen wij Riet, Anna’s collega-verpleegster, en stellen haar de vraag die ons allemaal vandaag zo bezig houdt: “Wij zijn op zoek naar Anna, waar is zij? En heeft zij haar geliefde John ooit weer teruggezien?” “Awel,” antwoordt Riet met een lieflijk Belgisch accent, “tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alle jonge mannen van de omliggende dorpen opgeroepen om naar het front te trekken. De achtergebleven vrouwen wilden waar mogelijk hun steentje bijdragen. Voor 1914 was de taak als verzorgende zuster enkel voorbehouden aan nonnen. Alleen zij mochten jonge mannen verzorgen en wassen. In de veldhospitalen was er echter een zeer groot tekort aan helpende handen.”

In Engeland werden rond die tijd de eerste opleidingen voor verpleegsters opgericht. Daar kregen ze heel strikte regels opgelegd om hen te beschermen tegen de gruwelijke taferelen die ze aan het front zouden tegenkomen. Zo mochten ze nooit een persoonlijke band opbouwen met soldaten en moesten ze soldaten aanspreken met hun persoonlijke nummer. Ze mochten ook nooit op het bed gaan zitten bij de soldaten. Ze moesten afstand houden om zo emotioneel zelf niet te zwaar te moeten afzien. Overal in het land kwamen vrouwen die interesse hadden in de verpleging spontaan hun hulp aanbieden in de veldhospitalen, terwijl anderen hielpen in de gaarkeukens of bij het maken van munitie.

Dienstmeid bij de koning
Anna was de dochter van een rijke notaris uit Mannekensvere en wilde ook helpen in de verpleging, maar haar vader wist een plaatsje te versieren in de koninklijke villa in De Panne. Koning Albert verbleef daar en bleef steeds in contact met de soldaten in de loopgraven. Anna werd daar dienstmeid en in haar vrije momenten trachtte ze in het veldhospitaal bij te springen.

Met een ondeugende twinkeling in haar ogen vervolgt Riet haar verhaal. “De Vlaamse hulp- verpleegsters waren zéér geliefd bij de soldaten, omdat zij veel liefdevoller omgingen met de gewonde soldaten, dit tot grote ergernis van de opgeleide Engelse verpleegsters, die zich aan héél strenge regels moesten houden. Dit zorgde ervoor dat de heel jonge soldaten troost zochten bij de Belgische verpleegsters.”

Riet vertelt verder over Anna. “Op een dag kwam John, een jonge ‘dispatch rider’, gewond naar de villa. Hij had een belangrijke boodschap voor de koning. Hij was met zijn motorfiets in een vuurgevecht terecht gekomen en reed een gracht in om te schuilen. Anna kreeg de taak voor de gewonde John te zorgen en zo bouwden ze een band op met elkaar. Na zijn genezing vertrok John weer naar het front. Daar kreeg hij onmiddellijk spijt dat hij haar niet had durven te vertellen over zijn gevoelens voor haar. Het volgende weekend dat hij vrij had, raapte hij al zijn moed bij elkaar. Hij sprong op zijn motorfiets en reed naar de villa, maar de koning, de koningin en hun gevolg waren er niet meer en dus ook Anna niet.

Ze waren vertrokken naar Sint-Flora, naar het kasteel waar we nu zijn. De koning en de koningin waren daar en ook John kwam er, op zoek naar zijn Anna. Maar helaas, Anna was daar ook niet…. Ondertussen hielpen veel dienstmeisjes in hun vrije tijd in de veldhospitalen, maar daar waren er heel veel van. Ze vertelden dat Anna tijdelijk naar een veldhospitaal dicht bij de frontlinie was. John reed naar het volgende veldhospitaal, maar daar bleek dat Anna was opgeroepen om verder naar de frontlinie te trekken. Hij heeft alle veldhospitalen afgereisd, maar Anna niet gevonden. Ik denk dat Anna niet in een veldhospitaal heeft gewerkt, maar misschien wel in de oude school in Alveringem. In 1914 was er namelijk schoolplicht en de koningin liet in Alveringem scholen maken, waar in de oorlogstijd uiteindelijk meer dan 600 kinderen op hebben gezeten. Ze kon als dochter van een notaris immers lezen en schrijven.”

Periodecorrecte kleding
Mede-organisator Hans Devos vertelt over het hoe en waarom van de Where is Anna-rit. “Wij herdenken deze liefdesdaad en alle moedige ‘dispatch riders’ door deze tocht langs de frontlinie te maken in de hoop Anna te vinden. Dit verhaal is gebaseerd op veel waargebeurde feiten en is uiteraard wat geromantiseerd. Voor zijn truck, een Ford TT-legertruck uit 1918 met daarop een leger-Harley-Davidson uit 1918, een militaire Columbia-fiets en veel attributen uit die jaren, gaan de deelnemers, veelal in gepaste, periodecorrecte kleding, op de foto met het Sint-Flora-kasteel op de achtergrond. Daarna wordt de rit vervolgd en komen de deelnemers aan het eind van de middag in een stralend zonnetje weer aan in Mannekensvere. En Anna? Die hebben we wederom niet kunnen vinden. Volgend jaar gaan we weer met z’n allen op zoek!

Mobiele versie afsluiten