Motorrijwiel

Jaarrit Club Franse Motoren met beperkingen

Afgelopen najaar organiseerde de Club Franse Motoren in West-Brabant het jaarlijks clubweekend. Door de corona-maatregelen kwam een beperkt aantal deelnemers naar Camping Costa Kabrita in Huijbergen. Op de vrijdagavond wordt met een klein clubje bij lokale bierbrouwerij de Hildevils alvast wat ‘voorgeproefd’. | Tekst en foto’s: Onno ‘Berserk’ Wieringa – madnessphotography.nl |

Hoogtemeters
Op zaterdag worden de motoren met flinke trappen tot leven gewekt. Een mooi assortiment dit keer, met enkele heel bijzondere motoren. De rit, ditmaal onder leiding van de voorzitter en lokale bewoner Daan Withagen, voert over de Brabantse Wal, waar naast de vele bezienswaardigheden, die tijdens de route bewonderd kunnen worden, ook zoveel mogelijk de hoogteverschillen worden meegepikt. Alsof je in het buitenland rijdt, zo vindt het twintigtal deelnemers op hun hoofdzakelijk oude motoren, waarvan de meeste uit de jaren twintig en dertig.

Traditiegetrouw is het merk Terrot goed vertegenwoordigd, met bijvoorbeeld een 680cc V-twin uit 1931. Maar er rijden ook andere merken en bijzondere modellen mee, zoals een 1.000cc René Gillet V-twin uit 1938 en verder nog een Motobecane en een Peugeot. Daan rijdt op zijn bij Hans Devos gekochte Monet & Goyon 500cc eencilinder kopzijklepper uit 1928. Twee maatjes van Daan rijden met hun Harley-Davidson WL750 ‘Liberators’ mee, waakzaam over het Franse kroost.

Berini-museum
De toerroute is ongeveer honderd kilometer lang. De lunchlocatie is vlakbij Bergen op Zoom, bij de enige buitendijkse boerderij in Nederland, ‘Hoeve Hildernisse’. “Dit is een heel bijzonder plekje, tegen het Markiezaatsmeer en de vroegere Oosterschelde”, zo weet Daan. Aan het einde van de rit, op slechts een honderdtal meters van de camping, volgt nog een laatste stop bij een privémuseum in opbouw. Eigenaar Alfons Tummers verwelkomt ons in zijn museum waar een prachtige Berini-verzameling te zien is. In andere naastgelegen gebouwen is een oude kroeg gebouwd en wordt een oude smidse weer in oude luister hersteld. Meerdere oude machines sieren de werkplaats, wat een bijzondere plek!

Alfons vertelt het verhaal over het ontstaan van zijn museum: “Ik heb altijd interesse gehad voor alles wat lawaai maakte en rookte. Pa en ma reden vroeger Berini en in mijn jeugdjaren reed ik zelf op een zwarte M31, zo trots als een aap. Dat is me altijd bijgebleven. Ik heb altijd een heel druk leven geleid met de opbouw van ons bedrijf Tummers Machinebouw, dat is uitgegroeid tot een wereldspeler in de aardappelverwerking, met nu 170 man personeel. Toch heb ik de tussen de bedrijven door de locatie Huijbergen aan kunnen kopen om de herinnering aan Berini levend te houden. Via Marktplaats heb ik tal van Berini’s kunnen kopen, in totaal ongeveer zeventig stuks. Al snel ontstond toen de gedachte om de locatie om te toveren in een mini-museum. Inmiddels staan er een kleine twintig Berini’s en heb ik de collectie aangevuld met van alles uit deze periode, inclusief een eigen werkplaats. Ondertussen zijn er ook een DAF 1600 uit 1965 en een Henschel HS 100 uit 1953 gerestaureerd, en kort geleden een DAF Pony met oplegger. Ik vind het prachtig dat oude dingen bewaard blijven en rijdend worden gehouden, al neemt de belangstelling van de jeugd af of is er zelfs bijna niet meer, helaas.”

Kortom, een leuk museum, waar je je direct terug in de tijd waant. Boven de ingang pronkt trouwens ook nog een fraaie Royal Enfield. Daarnaast is er nog genoeg ander ‘oud spul’ te bewonderen, zoals verzamelingen oude brandertjes, handboren, oude elektrische boormachines, transistorradio’s, kacheltjes en nog veel meer, tot aan een pijpenrek aan toe. Binnen deze hele entourage zijn de Berini-bromfietsen met zorg en aandacht opgesteld. Het ademt in alle opzichten de sfeer van toen. Zelfs een oude zwart/wit tv en een buizenradio ontbreken niet….

Broodmandje
Na een uitgebreid bezoek gaat het weer walmend en pruttelend op de oude Franse machines richting de camping voor een welverdiende barbecue en een gezellige avond. Ik raak er in een geanimeerd gesprek met René Wesselius, de eigenaar van een Terrrot F 270cc uit 1925 met een gezellig broodmandje aan de voorvork. René heeft ook nog een Terrot F 250cc uit 1926. “Dat is mijn patina-motor, die laat ik lekker zoals ‘ie is. Beide zijn flattankers, met handgemaakte nieuwe krukassen. Ze hebben riemaandrijving, een droge koppeling, hielbanden en magneetontsteking.” De motoren van René staan geparkeerd in een sfeervol coole setting voor zijn Ford 3.5 viercilinder uit 1929 met zelfbouwaanhanger, die een dubbelfunctie heeft als transportmiddel voor de motoren en als tent. Lachend wijst René naar de voorvork: “Kijk, door het ingenieuze ontwerp veert de vork op een vreemde manier. Zowel de balhoofdhoek als de naloop veranderen zodra je over een hobbel of door een kuil rijdt. Dat houdt het spannend, zeg maar!”

Ondanks alle corona-beperkingen was het een prachtige tocht en een fijn weekend. Het leven kan zo mooi zijn, met wat oude motoren, een leuke route, gezellige mensen en nog goed weer ook, wat wil een mens nog meer?

Mobiele versie afsluiten