Het Motorrijwiel 178

Het was duidelijk: vanaf het moment dat ik rond 1990 mijn eerste hoognokker-Parilla zag, was ik ver- kocht. Ik moest zo’n schoonheid hebben. De kleine Italiaan met zijn uit aluminium gebeeldhouwde blok had me danig in de ban door zijn haast sensu- ele lijnen, een Italiaanse filmster waardig. Binnen het torenhoge linkse carter vindt de unieke distributie van de kleine Parilla plaats. De nokkenas met slechts één nok ter hoogte van de uitlaatpijp wordt aangedreven door een korte ketting vanaf de krukas. Deze enkele nokkenas bedient beide kopkleppen door volgers met paddenstoelprofiel en korte stotertjes. Die drukken op hun beurt via dwarse tuimelaars de kleppen in. Dit mechanisch kunstwerkje maakt Parilla uniek als het model met de ‘camma rialzata’ of hoognokker. Giovanni Parrilla verbluft de motorwereld vaker met technische hoogstandjes. De jonge techneut runt in Milaan een reparatiebedrijf voor dieselpom- pen en is dermate gefascineerd door racemotoren dat hij in 1946 besluit zelf motorfietsen te gaan maken. Samen met zijn vriend Alfredo Bianchi con- strueert hij in zijn schuur een supersportmachine met een door een koningsas aangedreven boven- liggende nokkenas, naar het model van Nortons Inter of Velocette’s KTT. Een 250cc-productieracer, een Sport- en een Turismo-model volgen. Ze worden onder de merk- naam Parilla (met slechts één ‘r’ om fonetische reden) verkocht. Uit de enkelnokker groeit in 1948 PARILLA’S VOLBLOED J ES OP TWEE WIELEN Tussen 1946 en 1964 maakt Parilla mechanische kunstwerkjes op wielen. Hun schoonheid brengt liefhebbers meer dan zestig jaar later nog steeds in vervoering. Waar de koningas-bovennokker de vroege Ducati’s symboliseert, vervult de ‘camma rialzata’ of hoognokker die rol voor Parilla. Hoog tijd om deze Italiaanse schoonheid in de spotlights te zetten, want onbekend maakt onbemind. |Tekst: Rik van Eycken; Foto’s: Elke Broekaert, Moto Parilla (Bruno Baccari), Rik van Eycken| 38 REPORTAGE PARILLA

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3